Zijlader Koningin Emma

In 1933 komen drie nieuwe zijladingsveerboten in de vaart voor de PSD, waarvan de Koningin Emma de eerste is. Het gaat om een modern dieselschip met mooie accommodatie en een autodek. Dankzij inspanningen van PSDnet.nl ligt de Koningin Emma tegenwoordig in Vlissingen.
197

Zijaanzicht PSD Koningin Emma (1933)

De Provinciale Stoombootdiensten in Zeeland (PSD) zaten begin jaren 30 verlegen om nieuwe schepen, waarmee verouderde (rader-) stoomboten vervangen konden worden. Tegelijkertijd werden nieuwe kopladingsschepen aangeschaft, maar alleen in Vlissingen en Breskens waren geschikte aanlegsteigers. De nieuwe schepen moesten geschikt zijn voor kleinere veerdiensten, maar toch een aantal auto’s kunnen vervoeren gezien de toegenomen vraag op alle veerdiensten.

Gedeputeerde Staten van Zeeland gaven in de zomer van 1932 de opdracht voor de bouw van drie nieuwe veerboten aan de Koninklijke Mij. De Schelde in Vlissingen. De officiële order volgde op 14 oktober 1932. Het was een opvallende keuze aangezien De Schelde bij de aanbesteding niet de goedkoopste offerte overlegd had.

197
foto’s
Direct naar alle foto’s van de Koningin Emma.

Gezien de economische crisis zag Provinciale Staten de order graag binnen Zeeland blijven. Ook de gemeente Vlissingen had hier belang bij ‘gezien de stad door slapte van het werk aan De Schelde zeer getroffen werd’, valt te lezen in het tijdschrift Het Schip eind 1932. Daarom gaf de gemeente Vlissingen een subsidie gelijk aan het verschil in kosten van de bouw bij De Schelde en de laagste inschrijver.

Bijnamen

Omdat de drie schepen in tijden van crisis gebouwd werden, kregen zij ook wel de bijnaam ‘crisisboten’. Daarnaast was ‘puntboten’ een vaak gebezigde bijnaam, naar de spitse rompvorm van de drie zijladers van 1933.

Stapelloop

Op 12 juni 1933 liep de Koningin Emma van stapel in Vlissingen, ook de tewaterlating van het zusterschip Ooster-Schelde vond die morgen plaats. Het derde zusterschip, Prins Willem I, liep pas op 8 juli 1933 van stapel.

Proefvaart en overdracht

Tijdens de officiële proeftocht op 1 september 1933 hees Commissaris van de Koningin Jhr. Johan Willem Quarles van Ufford de vlag en hiermee nam hij namens de Provincie het schip in ontvangst.

De proefvaart bracht het schip naar Terneuzen en Hoedekenskerke. Tijdens de tocht over de Westerschelde werd een snelheid van 12,25 mijl bereikt, 0,25 meer dan de voorgeschreven snelheid. Op de terugtocht van Hoedekenskerke naar Vlissingen werd de ankerspil uitgetest en zijn de Patentdavids voor de sloepen gevierd. Tegen half zes keerde de nieuwe veerboot terug in Vlissingen.

De PSD maakte op 6 september een tweede proefvaart met de nieuwe Koningin Emma. Binnendoor werd naar Zierikzee gevaren, waar een verkeerde manoeuvre werd gemaakt doordat de bemanning nog niet ingespeeld was met de nieuwe aanwinst. De schade viel mee en het proefvaartgezelschap keerde buitenom terug naar Vlissingen, waarbij genoten werd van de Walcherse duinenrij.

Het ontwerp

De veerboot oogt modern, met een ruim autodek. Ook intern is het schip voorzien van de laatste technologie, zoals de scheepsmotor van Schelde-Sulzer. Bij het ontwerp is rekening gehouden met het vervoer van auto’s door een groter achterdek te maken waar met enig pas en meetwerk een tiental auto’s konden staan.

Op de schuine achterkant (in vaktaal ‘kruiserhek’) was een groot gietijzeren wapen van de Provincie aangebracht. Dit wapen is door PSDnet.nl teruggehaald naar Zeeland en later herenigd met de veerboot in Vlissingen. De naam van het schip stond op een houten bord gemonteerd aan het voorste dekhuis.

De PSD-zijlader Koningin Emma werd ontworpen door ingenieursbureau voor Scheepsbouw M.A. Cornelissen, ontwerper van meerdere Zeeuwse veerboten. Onder-directeur van het bureau D. Schouten hield persoonlijk toezicht op de bouw en was waarschijnlijk ook de hoofdontwerper van de veerboot. Ook de Koningin Wilhelmina (1927) was van zijn hand.

Schelde-Sulzer

In de machinekamer stond een tweetakt vijfcilinder dieselmotor (420 APK, 260 omwentelingen per minuut) van het merk Schelde-Sulzer. Scheepswerf en machinefabriek De Schelde mocht tussen 1921 en 1985 motoren bouwen in licentie van Sulzer. In de jaren 80 is de originele scheepsmotor vervangen door een 600 PK MAN-motor uit 1952.

Veerdienst Terneuzen-Hoedekenskerke

De Koningin Emma kwam op 20 november 1933 in de vaart op de dienst Hansweert – Hoedekenskerke – Terneuzen. Samen met haar twee zusterschepen verving de veerboot oudere stoomschepen als de Zeeuwsch Vlaanderen (1916) en de Noord-Beveland (1912), die na verkoop een nieuwe carrière tegemoet gingen bij Rederij Doeksen op Terschelling.

Een van de eerste klusjes voor de Koningin Emma was eind 1933 invallen voor de Prins Hendrik tussen Hansweert en Walsoorden, aangezien deze veerboot machineschade had opgelopen. In 1938 verrichte de Koningin Emma een bijzondere actie door tijdens slecht weer een in de problemen verkerende beurtschipper op sleeptouw te nemen richting Terneuzen.

Interesse van de Koninklijke Marine

Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog werd de Koningin Emma gebruikt als hulpmijnenlegger voor de Nederlandse Marine. Al op 27 feb 1934 ontving de PSD een brief over deze kwestie, geschreven in hoofdkwartier Willemsoord van de Koninklijke Marine in Den Helder. De schrijver was J.A. Kruys, Kapitein-luitenant ter zee en tevens voorzitter van de Commissie ‘C3 Geheim’. Hij liet weten op een avond de ‘geschiktheid van PSD-schepen om eventueel te dienen als hulpmijnenlegger’ te willen inspecteren.

Pas op 10 november 1938 kreeg de PSD een tekening toegezonden uit Den Helder, met daarop de mijnenbanen en lanceerinrichtingen voor 40 mijnen. Naast de installaties moet ook de ‘verschansing achter wegneembaar gemaakt worden’, waarschijnlijk wordt hiermee de achtersalon bedoeld. In het achterdek kwamen verzonken dekpotjes om de mijnen vast te kunnen sjorren.

De PSD was niet tegen het gebruik van haar schepen door de Marine, maar stelde daar wel wat tegenover: namelijk 1/300e van de exploitatiekosten en het overnemen van PSD-personeel in de periode van vordering. Het getal 300 was berekend omdat een PSD-schip gemiddeld 65 dagen per jaar in onderhoud lag, zoals de PSD-directeur schreef aan de Marine. Den Helder ging akkoord met de financiële voorwaarde, onduidelijk is of ook het personeel werd overgenomen.

Het Ministerie van Defensie benadrukte op 18 januari 1939 nog maar een keer de ernst van de situatie: ‘Enkele eventuele opofferingen staan niet in een zodanige verhouding tot het Landsbelang, hetwelke door de mogelijkheid tot het aanbrengen der mijnenrails wordt gediend, dat het afzien van deze voorzieningen op redelijke gronden zou zijn te motiveren.’

Toch spurt de PSD tegen wanneer de Marine in april 1939 liet weten dat ze voornemens waren de lanceerinstallatie aan te brengen op de drie zijladers. Ieder schip moest hiervoor 6 weken naar scheepswerf De Schelde. Dit kwam de PSD slecht uit omdat in het voorjaar onderhoud werd gepleegd aan de schepen om in het zomerseizoen zonder problemen te kunnen varen. Aan dit verzoek werd kennelijk toegegeven.

Hulpmijnenlegger II

De Op 4 september 1939 werd de Koningin Emma (Hr.Ms. Hulpmijnenlegger II) samen met de Prins Willem I (Hr.Ms. Hulpmijnenlegger I) gevorderd door de Koninklijke Marine. De lanceerinstallaties werden aangebracht door De Schelde, net als een verduisteringsinstallatie. Een gedeelte van de verlichting kon hiermee op 1/4e spanning gezet worden, zodat het schip minder opviel.

Op 11 november 1939 begonnen de veerboten aan hun eerste geheime opdracht. Juist op de dag dat premier De Geer in zijn beroemde radiotoespraak het vaderland vertelde dat er ‘geen enkele reden tot ongerustheid’ was, waren de mijnenleggers uitgevaren naar de Wielingen. In gezelschap van een aantal andere Marinevaartuigen werd gewerkt aan iets geheims.

Lees ook: Meer over de Hulpmijnenleggers in een apart artikel, bijvoorbeeld over het leven aan boord van deze schepen.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog

Bijna alle PSD-veerboten waren in de Meidagen van 1940 gevorderd door de Franse troepen. Deze soldaten hielpen het Nederlandse leger om het laatste onafhankelijke deel van Nederland te verdedigen tegen de Wehrmacht. Wanneer de stellingen niet meer houden, besloten de Fransen te vluchten. Hiervoor moet de Westerschelde oversteken worden, onder andere van Vlissingen naar Breskens.

Vernietiging van de PSD-vloot

De bemanningen van de PSD-schepen beleefden spannende momenten tijdens de Meidagen. Het overzetten van de troepen was niet zonder gevaar, kunnen we lezen in ooggetuigenverslagen van de bemanningen. De schepen werden geregeld onder vuur genomen door Duitse vliegtuigen, maar ook de druk werd opgevoerd door Franse militairen om te blijven varen.

Wanneer de laatste Franse troepen terug naar Zeeuws-Vlaanderen zijn overgezet, werd de PSD-vloot afgebrand en tot zinken gebracht in de haven van Breskens. Op deze manier hoopten de Fransen dat de schepen niet bruikbaar in Nazi-handen zouden vallen. Dat voornemen kwam aardig uit: alleen de Koningin Emma en de koplader Koningin Wilhelmina zouden tijdens de Tweede Wereldoorlog nog in de vaart komen.

Lees ook: Een artikel hierover met unieke foto’s uit mei 1940 en het artikel Onder vuur en schot met een verslag van de kapitein van zusterschip Ooster-Schelde.

Gezonken in Breskens

Op 17 mei 1940 werden de Prinses Juliana, Prins Hendrik, Ooster-Schelde en de Prins Willem I tot zinken gebracht in haven van Breskens. De Koningin Emma werd volgens de Koninklijke Marine ‘helaas op het Zaat tot zinken gebracht, zodat het bij laagwater geheel droog kwam te staan.’ De beschadigingen aan de Emma waren gering en de veerboot kon als enige van de drie zijladers gedurende de oorlog varen als veerboot. Tot op 5 september 1944 de veerboot gevorderd werd door de Wehrmacht.

Bekijk ook: Een bijzondere foto van Duitse soldaten op de Koningin Emma in 1943.

Na de oorlog geeft de Marine een overzicht van de oorlogshandelingen van de Koningin Emma, aangezien het schip gevorderd was door de Koninklijke Marine in 1940. Na de Duitse vordering van 5 september 1944 – Dolle Dinsdag – moest de Zeeuwse bemanning van het schip onderduiken. De bezetters bleken al snel zelf niet goed om te kunnen gaan met de technische kant van de zijlader, waardoor de machine voortdurend kapot ging.

Vluchtschip voor NSB’ers

Na Dolle Dinsdag beginnen de Duitse bezetter en hun NSB-sympathisanten vrees te krijgen dat een geallieerde aanval op handen is. In het hele zuiden van Nederland land beginnen deze groepen aan hun exodus. De Duitsers regelen daarom een evacuatie van Zeeuwse NSB’ers, met de Koningin Emma. Via Veere vaart het schip binnendoor weg uit Zeeland en komt het terecht in Dordrecht, waar de NSB’ers zich veiliger voelen. Onduidelijk is wanneer exact vertrokken is uit Zeeland. Op geallieerde luchtfoto’s van begin oktober 1944 lijkt de Koningin Emma nog in de Vlissingse Buitenhaven te liggen.

197
foto’s
Direct naar alle foto’s van de Koningin Emma.

‘Vrijwel vermoorde’ diesel

De machine van de Koningin Emma is volgens de Marine ‘vrijwel vermoord’, blijkt uit de naoorlogse rapportage. De Emma werd door de NSB’ers meegenomen naar Dordrecht en later gaf de bezetter opdracht om het schip te laten herstellen op de Rotterdamse werf Wilton & Feyenoord. Op die werf werd tijdens de oorlog begonnen met het inbouwen van nieuwe hulpmachines, maar dit werk is nooit afgemaakt. De Koninklijke Marine vond de Koningin Emma na de bevrijding van Holland terug op de Rotterdamse werf.

1945: Terug naar Zeeland

De Koningin Emma keerde in 1945 terug vanuit bevrijd Rotterdam naar het al in 1944 bevrijdde Vlissingen. In Vlissingen kon de veerboot worden hersteld op scheepswerf De Schelde, 12 jaar na de bouw van het schip. Op 24 november 1945 kon de Koningin Emma weer worden ingezet door de PSD.

De zijlader blijft de oorspronkelijke 49 meter lang, waar de zusterschepen Prins Willem I en Oosterschelde (na de oorlog verviel het koppelteken in deze naam) met 6 meter verlengd werden. De Koningin Emma keerde in de vroege naoorlogse periode terug naar het veer Terneuzen-Hoedekenskerke.

De vrijwilligers van PSDnet.nl staan klaar voor rondleidingen in Vlissingen.

Verlenging

Door het toegenomen vrachtverkeer besloot men midden jaren 50 de Koningin Emma met 10 meter te verlengen, zodat er meer auto’s vervoerd konden worden op het achterdek. Ook werd de achtersalon weggelaten, alleen de trap naar de op het bovendek gelegen salon bleef aanwezig. Deze ingreep is afgekeken van de twee al verlengde zusterschepen van de Koningin Emma.

Door de verlenging werd 248 vierkante meter autodek gecreëerd. De zusterschepen Oosterschelde en de Prins Willem I hadden na verlening in 1946 ongeveer 216m2 rijdek. Ter vergelijking: de Prinsesseboot Prinses Beatrix (1958) had 1300m2 ruimte voor auto’s.

Naar de Oosterscheldedienst

Na de verlenging kwam de Koningin Emma nooit meer in de vaart op de veerdienst tussen Terneuzen en Hoedekenskerke. Het schip verhuisde naar de Oosterscheldedienst. Het personeel van de Provinciale Stoombootdiensten maakte er een sport van zoveel mogelijk auto’s aan boord te krijgen. Men schuwde er niet voor een kleine personenwagen desnoods met een paar man op te tillen om een klein gaatje op het achterdek te vullen. Het autoverkeer naar het eiland Schouwen-Duiveland nam sterk toe.

Bekijk ook: Een mooie serie kleurenfoto’s gemaakt van deze veerdienst in de jaren 60.

Zeelandbrug

1965 was het laatste jaar van de Oosterscheldedienst. De Oosterscheldebrug naderde zijn voltooing en Schouwen-Duiveland was bijna verbonden met Noord-Beveland. Op 14 december 1965 werd voor de laatste keer tussen Kats en De Val gevaren, de Oosterscheldebrug werd de volgende officieel geopend. Bij de laatste afvaart kregen passagiers door de Zeeuwse landbouw een speciaal Delfst Blauw-tegeltje aangeboden. Hieronder zijn beelden te zien uit het Polygoon Journaal over de opening van de Oosterscheldebrug. De ‘stoompont’ vaart voor de laatste keer, spreekt de voice-over…

Logementsschip in Wolphaartsdijk

Het schip werd overbodig en daarom verkocht de PSD de Koningin Emma op 11 oktober 1968 voor 47.250 gulden aan de Firma J. Zuidweg & Zn te Kapelle: de uitbaters van de jachthaven De Zandkreek in Wolphaartsdijk. Daar gaat de ‘Emma’ – de PSD stond niet toe het schip ‘koninklijk’ te verkopen – ging daar dienst doen als logementsschip. De PSD bood een bemanning aan om het schip weg te brengen van Vlissingen naar Wolphaartsdijk: personeelskosten 228 gulden.

Dames van lichte zeden in Rotterdam

In 1974 werd de Emma verkocht naar Rotterdam en werd de naam gewijzigd in Estrella Del Sur. Het schip was een nachtclub geworden, bevolkt met dames van de lichte zeden. Hieronder een advertentie:

Estrella Del Sur: Uw relaxschip ligt einde Maasboulevard. Voorbij stoplichten, eindpunt Lijn 1 rechtsaf. Bij splitsing links tot water. Smalle weg rechts naar parkeerplaats. Middag- en avond lifeshow (sic). Relaxen zonder clubbezoek mogelijk. Wij varen met paren.

Aan boord vonden wel erg duistere zaken plaats die meer in de hoerenbuurt thuishoorden, berichtte Schuttevear destijds. De nachtclub werd opgedoekt en Rederij Vrolijk uit Scheveningen koopt de Estrella Del Sur. In Scheveningen werd het schip Estrella gedoopt en ingezet voor sportvisserij.

197
foto’s
Direct naar alle foto’s van de Koningin Emma.

Estrella

De Estrella gaat varen vanuit Scheveningen, al deed het schip de eerste jaren ook vaak andere havens aan. Ook werd de Estrella tijdens verkiezingstijd verhuurd aan D66, om onder meer lijsttrekker Jan Terlouw op tour door Nederland te sturen. Onder andere Deventer, Arnhem en Nijmegen werden door de Estrella aangedaan.

Een andere bijzondere bestemming was Zeeland. Onder meer in 1984 werden rondvaarten verzorgd vanuit Terneuzen. In 1984 was dat in het kader van Terneuzen 400 jaar.

Pakjesboot

Jaarlijks werd de Estrella gebruikt als Pakjesboot voor Sinterklaas in Scheveningen. Ook heeft de Estrella een keer de landelijke intocht van Sinterklaas verzorgd in Muiden.

Terug naar Zeeland

Halverwege 2020 kreeg PSDnet.nl het bericht dat de voormalige Koningin Emma te koop stond. Daarop zijn wij gelijk op zoek gegaan naar investeerders om het historische schip te redden en terug naar Zeeland te halen. In maart 2021 kwam het bericht dat dit gelukt is. De Koningin Emma komt terug naar Vlissingen om te dienen als luxe hotelschip.

31 maart 2021: terug naar Zeeland

Op 31 maart 2021 is de Koningin Emma teruggekeerd in Zeeland, zie ons verslag. Op Scheepswerf Reimerswaal in Vlissingen-Oost werd de Emma tussen maart en december 2021 grondig gerestaureerd en geschikt gemaakt voor gebruik als hotelschip.

22 december 2021: terug in Vlissingen

Op 22 december 2021 is de Koningin Emma definitief teruggekeerd naar Vlissingen (centrum). In de ochtend meerde de historische veerboot af aan de Houtkade. In 2022 opende aan boord van de Emma een hotel van Kloeg Collection, ook de uitbater van de nabijgelegen Timmerfabriek en diverse andere hotels in Zeeland. PSDnet.nl knapt momenteel de stuurhut en machinekamer op en organiseert open dagen op het schip.

Foto’s PSD-zijlader Koningin Emma

Bekijk alle Zeeuwse foto’s van de PSD-veerboot Koningin Emma (1933) op de fotopagina.

Aankomst aan steiger Katscheveer

Facebook
LinkedIn
Pinterest
Twitter

Navigatie PSD-vloot

Hieronder kunt u navigeren tussen de verschillende pagina’s van PSD-veerboten. Ook kunt u de fotopagina bekijken van deze PSD-veerboot. U bent nu hier: