Overzicht van de verschillende voormalige PSD-veerdiensten in de provincie Zeeland.
Zeeland bestond vroeger uit eilanden. Zonder Deltawerken, Zeelandbrug, Westerscheldetunnel of A58 was het onmogelijk om je over de weg te verplaatsen tussen de verschillende Zeeuwse gebieden. De veerdiensten waren dan ook de levensader van de provincie.
De veerdiensten werden in de provincie bijna allemaal uitgevoerd door de Provinciale Stoombootdiensten in Zeeland (PSD), opgericht in 1866. In de periode tussen 1900 en 1930 werden nog diverse veerdiensten onder de hoede gebracht van de PSD.
De periode na de Tweede Wereldoorlog kenmerkt zich door het verdwijnen van de Zeeuwse veerdiensten. In 1953 slaat het noodlot toe in Zeeland tijdens de Rampnacht. Om te voorkomen dat zo’n catastrofe zich zal herhalen worden de Deltawerken bedacht. Over de verschillende dammen worden ook wegen aangelegd en raken de veerdiensten overbodig.
In 1965 opent de Zeelandbrug die de veerdiensten over de Oosterschelde overbodig maken. In 2003 opent de Westerscheldetunnel, waardoor de laatste autoveerdiensten verdwijnen.
Al eeuwen waren er veerdiensten tussen Vlissingen en Breskens, maar vanaf 1828 was er een geregeld stoombootveer. Dat veer werd in 1866 overgenomen door de Provincie Zeeland. De autoveerdienst Vlissingen-Breskens werd op 15 maart 2003 opgeheven. Op die dag werd de Westerscheldetunnel geopend voor verkeer. Alleen een dienst voor fietsers en voetgangers is overgebleven en wordt vanaf 2015 geëxploiteerd door het provinciale veerbedrijf Westerschelde Ferry BV.
De aanlegsteigers zijn vrijwel gelijk gebleven over de jaren. Alleen in Breskens werd een nieuwe veerhaven aangelegd.
Bijna alle PSD-boten hebben gevaren op deze dienst. Bekende schepen zijn de Prinses Margriet en Prins Johan Friso.
De veerdienst Hoedekenskerke-Terneuzen ontstond uit een lang veertraject over de Westerschelde. Vanaf 1930 verviel ook Hansweert en was de veerdienst beperkt tot Terneuzen-Hoedekenskerke. De dienst was vanaf 1933 het domein van één van de drie moderne dieselzijladers. De overheid zag begin jaren 70 geen heil meer in het veer, aangezien geïnvesteerd was in dure dubbeldeksschepen voor de veerdienst Kruiningen-Perkpolder.
Hoedekenskerke-Terneuzen ontstond uit een lange veerdienst over de Westerschelde. In 1972 was het de laatste ‘klassieke’ PSD-dienst met zijladers.
Op deze veerdienst hebben bijna alleen stoomboten en zijladers gevaren. Alleen de koplader Prins Hendrik vormt een tijdelijke uitzondering.
Tot aan de Tweede Wereldoorlog bestond er een veerdienst tussen Vlissingen en Terneuzen. Deze dienst werd uitgevoerd door diverse stoomschepen, die in Borssele een tussenstop maakten. De verbinding tussen de eilanden Walcheren en Zuid-Beveland was slecht, een veerboot tussen Vlissingen en Borssele was dan ook handig. In 1871 werd de Sloedam aangelegd, een spoorverbinding tussen de twee eiland. Tegen de Tweede Wereldoorlog was er een goede wegverbinding.
Borssele was uitgerust met een getijdensteiger van het standaardtype zoals in 2018 nog in Katscheveer te zien is.
Een particuliere veerdienst tussen Vlake en Walsoorden bestond al langer, maar in 1904 werd de dienst overgenomen door de Provincie. Halverwege de jaren 30 werd besloten om nieuwe veerhavens aan te leggen in Kruiningen en in de Perkpolderpolder. Vanaf 1968 werden dubbeldeksveerboten ingezet. Op 15 maart 2003 werd de Westerscheldetunnel geopend voor verkeer en werd de veerdienst definitief opgeheven.
In de jaren 30 kwam de eerste koplader in de vaart, maar nog wel op de zijladingsdienst Hansweert-Walsoorden. Kopladingsfuiken werden gebouwd in Kruiningen en Perkpolder.
Het meest oostelijke PSD-veer kreeg vaak de ‘afdankertjes’ van Vlissingen-Breskens. Tot in 1968 en 1970 de eerste dubbeldeksveerboten in de vaart komen. In 1997 komt alsnog een Vlissingse ferry over: de Prinses Juliana.
De veerdienst tussen Middelburg en Zierikzee werd in 1912 overgenomen door de Provincie. Al snel verving een autobus het gedeelte tussen Middelburg en Wolphaartsdijk. In 1933 komt de Ooster-Schelde in de vaart, een nieuwe dieselveerboot met capaciteit voor auto’s. In de laatste jaren wordt de veerdienst steeds verder ingekort, waardoor Kats-Zierikzee overblijft in de jaren voordat de Zeelandbrug geopend wordt.
In Middelburg vertrok de ‘spoorboot’, zoals de veerboot naar Zierikzee genoemd werd, vanaf de Loskade. De getijdensteiger in Katscheveer is nog aanwezig.
Op 1 oktober 1960 werd de Zandkreekdam geopend voor verkeer en werd de veerdienst definitief opgeheven. Zuid-Beveland had voortaan een vaste oeverbinding met Noord-Beveland. Alleen aan de westkant van Noord-Beveland bestond nog enkele maanden een veerdienst op Veere. De veerboot Noord-Beveland (1952) werd overgeplaatst naar de veerdienst op Zierikzee.
Op een steenworp afstand van elkaar liggen de steigers van Kortgene en Wolphaartsdijk.
Op 27 oktober 1961 werd de Veersegatdam opengesteld voor verkeer en werd de veerdienst definitief opgeheven. De veerdienst werd in 1924 overgenomen van een ambachtsheerlijkheid. Tot 1930 werd gevaren met het motorbootje Juliana, daarna werd tot de opheffing van het veer in 1961 de veerboot Zuidvliet ingezet. Tegenwoordig vaart er ’s zomers een fiets- en voetveer tussen Veere-Kamperland.
In Kamperland werd gebruik gemaakt van een getijdensteiger. Deze steiger is anno 2018 nog steeds aanwezig in Kamperland en zeker een bezoekje waard.
Bekijk ons overzicht van Open Dagen om zelf de Koningin Emma (1933) te bezoeken in Vlissingen.