Nadat het contract voor een tweede koplader getekend werd op 30 december 1930, is op 2 april 1931 de kiel voor de veerboot gelegd. De Rotterdamsche Droogdok Mij. (RDM) bouwt de veerboot in Rotterdam. Op 12 oktober 1931 doopt Adriënne D. Mulert tot de Leemcule, de vrouw van de Zeeuwse Commissaris van de Koningin (Jhr.Mr. Johan W. Quarles van Ufford) de veerboot ‘Prinses Juliana’. Hierna loopt de koplader van stapel.
Algemeen
Bouw
IMO-nummer:
Brandmerk:
Werf & bouwnummer:
Afmetingen
Lengte:
Breedte:
Diepgang:
Waterverplaatsing:
Snelheid
Max. snelheid:
Dienstsnelheid:
1 mijl per uur is 1,852 km/u
10 mijl per uur is 18,52 km/u
Uitleg Eenheden
Een losse eenheid staat gelijk aan een personenauto.
De proeftocht volgt op 14 januari 1932 en een maand later draagt de RDM het schip over aan de PSD. De Prinses Juliana gaat samen met de Koningin Wilhelmina (1927) varen tussen Vlissingen en Breskens. Vanaf 1932 was het een moderne veerdienst, met twee ro-ro-veerboten.
De vrijwilligers van PSDnet.nl staan klaar voor rondleidingen in Vlissingen.
Vlissingen-Breskens
De ferry lijkt op de Koningin Wilhelmina, maar er zijn verschillen. Zo had de Juliana een andere klepconstructie, drie reddingboten op het topdek en een langere bovenbouw. Daarnaast was het de eerste dieselelektrische veerboot van de PSD, de Wilhelmina was dieselmechanisch.
30
foto’sModerne ferry
De Prinses Juliana had een tweetact 8-cylinder Werkspoor-Sulzer-dieselmotor (1600 PK) die direct gekoppeld is aan een dynamo voor het opwekken van elektrische stroom. Hiermee wordt elektriciteit opgewekt voor de voortstuwing. In de machinekamer zijn ook drie Deutz-hulpmotoren aanwezig met dynamo’s. Hiermee wordt stroom opgewekt voor zaken als roeren, verlichting en verwarming. Op de brug is een groot verschil dat de Prinses Juliana met een helmstok bestuurd wordt, in de plaats van een gebruikelijk stuurrad. De stuurman bedient zelf de elektromotoren van de schroeven in de stuurhut, zonder tussenkomst van een machinist. Een groot voordeel van de elektrische voortstuwing is dat de schroeven voor en achter tegen elkaar in kunnen draaien, waardoor het schip om haar as draait. Dit is goed voor de manoeuvreerbaarheid, een test hiervan is te zien in het filmpje.
Video
Sloop
Lang heeft de Prinses Juliana niet gevaren, want de Tweede Wereldoorlog brak uit en op 17 mei 1940 werd ze tot zinken gebracht in Breskens. Wel werd ze op 15 augustus weer gelicht, en zou begonnen worden met het repareren op De Schelde. Het werfpersoneel heeft dit echter op zorgvuldige en goede manier gesaboteerd. Daarom heeft de Juliana de hele oorlog in het Kanaal door Walcheren gelegen. In oktober 1944 brachten de terugtrekkende Duitsers de veerboot tot zinken in de Vlissingse haveningang.
Alleen de hoofdmotor kon worden geborgen en werd overgezet in de Prins Hendrik. Enkele onderdelen, maar zeker niet het hele schip werden hergebruikt in de nieuwe Prinses Juliana, later Koningin Juliana. De rest van de oude Juliana werd gesloopt, maar niet meteen.
30
foto’sDe resten na de oorlog
Na de oorlog zijn enkele wrakstukken van de Prinses Juliana bewaard gebleven en opgeslagen bij de scheepswerf De Schelde in Vlissingen. Op 3 mei 1952 schrijft de directeur van De Schelde aan de directeur van de PSD :
Materialen aanwezig van PSD op de werf: deuren, gedeelten van lierwerken, alsmede het gehele achterschip van de oorspronkelijke Prinses Juliana.
De vraag aan de PSD is of deze resten van de Prinses Juliana bewaard moeten blijven. Op 13 mei 1952 antwoordt de PSD-directeur dat er geen interesse meer bestaat in de wrakstukken van de veerboot uit 1931. De Schelde mag alles – dus ook het gehele achterschip – slopen om ruimte te besparen. Het was in 1952 al duidelijk dat toekomstige veerboten van een groter type zouden zijn, waardoor het achterschip niet te herbruiken zou zijn.
Foto’s PSD-koplader Prinses Juliana
Bekijk alle Zeeuwse foto’s van de PSD-veerboot Prinses Juliana (1931) op de fotopagina.