Gedeputeerde Staten van Zeeland besteden in februari 1908 de bouw van de veerboot uit aan J. & K. Smit in Kinderdijk, voor het bedrag van 162.000 gulden. In maart 1909 liep de Zeeland van stapel op de werf van Smit. In mei 1909 maakt de Zeeland haar proefvaart. Het schip haalt 14,35 mijl per uur, de maximumsnelheid moest volgens het contract 13 mijl zijn.
Snelheid
Max. snelheid:
Dienstsnelheid:
1 mijl per uur is 1,852 km/u
10 mijl per uur is 18,52 km/u
Uitleg Eenheden
Een losse eenheid staat gelijk aan een personenauto.

Even buiten de haven van Vlissingen komt de Zeeland in mei 1909 in aanvaring met de Zuid-Beveland, dat schip loopt averij op aan de steven. De Zeeland is ongeschonden en vervolgt een tocht met de Zeeuwse Commisaris van de Koningin en Gedeputeerde Staten naar Antwerpen.
Het schip maakt tot december 1933 deel uit van de PSD-vloot en raakt overbodig door de komst van de drie nieuwe zijladers in 1933.