Een file voor Perkpolder
Nadat de laatste PSD-boot vertrok uit Perkpolder op 15 maart 2003 werd het jarenlang stil. Pas in latere jaren is er een stukje levendigheid teruggekeerd rond de voormalige veerhaven. Projectontwikkelaars hebben de haven in het vizier en ontplooien er hun activiteiten. En pal aan de Westerschelde opende een strandbar. Eerst als tijdelijke bar, later op een vaste plek tot de locatie in 2021 afbrandde. Tijdens de heropening van Bar Goed in juni 2022 stond er een file voor Perkpolder. Bezoekers zochten met tropische temperaturen naarstig naar een parkeerplaatsje. Drukke tijden herleefden, alleen niet om de veerboot naar Kruiningen te nemen.
Hoogvlakte
Wie Perkpolder tegenwoordig nadert, rijdt over een hoogvlakte van gras. Projectontwikkelaars voorzagen daar eerst een golfresort, maar dat plan strandde in 2021. De plannen zijn bijgesteld naar een woonwijk aan de Westerschelde: Waterzande. In de voormalige veerhaven liggen de luxe jachten al klaar, op de artist impressions dan. Voor de realisatie moesten er wel een paar hobbels genomen worden. Bijvoorbeeld die van thermisch gereinigde, toch verontreinigde grond wat de afgelopen jaren een heet politiek hangijzer werd.
In het midden staan nog steeds de gebouwen uit een ver veerdienst-verleden. Daar ligt het postzegeltje origineel Perkpolder waar we vandaag op inzoomen.
Het originele Perkpolder
Het nog bestaande stukje Perkpolder is het meest originele. Een idyllische veerhaven zoals bedacht in de jaren 30. Ooit voorzien van een noviteit, de kopladingsfuik zodat auto’s vlot de veerboten op konden rijden. Aan de andere kant werd de haven in de blessuretijd van de Zeeuws-Vlaamse stoomtramdiensten uitgerust met een uit Walsoorden doorgetrokken tramverbinding.
Bedacht in de jaren 30
De gebouwen dateren deels uit 1940, het jaar dat de veerhaven werd geopend. Eind jaren 30 werd besloten om de veersteigers van Hansweert en Walsoorden te vervangen door nieuwe inloophavens nabij Kruinigen en Perkpolder.
De veerdienst zou net als Vlissingen-Breskens een moderne dienst worden, uitgevoerd met een kopladingsveerboot. Dat schip was zelfs al op de groei gekocht, de koplader Prins Hendrik (1932) was bij gebrek aan de juiste aanleginrichtingen nog even in dienst als zijlader.
Ons Zeeland 1940
In de Tijdschriftenbank Zeeland vinden we een mooi artikel uit Ons Zeeland van 1940, de Zeeland-bijlage van het weekblad Groot Rotterdam en later Panorama. Een krantenpagina met een foto van de Walcherse duinenrij, op het strand onschuldig spelende kinderen in ‘vacantietijd’. Dat het ook oorlogstijd is, verraadt een foto van het bergen van scheepswrakken.
Van de ingetogen opening van de veerhaven van Perkpolder wordt verslag gedaan met een viertal foto’s. En ook daar een hint van de oorlog: we zien de kopladingsveerboot Koningin Wilhelmina met overgeschilderde koninklijke naam.
Tramhalte Perkpolder
Ook de Neuzensche Courant brengt verslag uit, een dag later. “We gingen gistermorgen als gast van de Z.V.T.M. per extra tram naar de aanlegplaats der nieuwe haven, om daar de komst der eerste boot af te wachten”. De veerhaven van Perkpolder werd uitgerust met tramsporen, al werd de tramdienst vrij snel na de oorlog opgeheven. Op deze foto zijn de tramsporen op de voorgrond te zien.
Indeling veerhaven
De oorspronkelijke Perkpolderhaven was een rechthoekige haven. De westzijde bleef behouden bij de uitbreiding van de haven halverwege de jaren 60. De oostkant werd afgegraven om een aanlegplaats te creeren voor de dubbeldeksveerboten. Net zoals in Breskens in West-Zeeuws-Vlaanderen was de veerhaven van Perpolder uitgerust met een ‘kleine’ fuik en een fuik voor enkeldekkers en dubbeldeksveerboten met een breedte van ± 18-19 meter.
Voor de komst van de dubbeldeksveerboten was de veerdienst Kruiningen-Perkpolder aangewezen op de oudste PSD-veerboten. Het verkeersaanbod liep zo uit de hand dat de PSD de grootste moeite had om iedereen over te zetten. Zelfs zijladingsveerboten werden gebruikt voor extra capaciteit. Zo kwam het voor dat de Noord-Beveland (bouwjaar 1952), de Oosterschelde (1933) en de Koningin Emma (1933) kwamen bijspringen op Kruiningen-Perkpolder.
Tijdperk van de dubbeldekkers
Halverwege de jaren 60 werd besloten om de veerhaven drastisch uit te breiden voor de komst van de dubbeldeksveerboten. De twee dubbeldeksveerboten, Prinses Christina (1968) en Prins Willem-Alexander (1970) waren zeer modern en de infrastructuur was een sterk staaltje bouwkunde. De ‘kleine’ fuiken bleven nog steeds in gebruik, tot in 1986 de laatste veerboten die er konden aanleggen uit de PSD-vloot verdwenen.
Begin september 2008 werd een begin gemaakt met de sloop van de aanleginrichtingen voor de dubbeldeksveerboten, het veerplein en de fuiken. In Breskens zijn de fuiken blijven liggen, maar in Perkpolder werden ze gesloopt.
Huidige situatie
In de voormalige veerhaven van Perkpolder zijn geen fuiken meer aanwezig. Wel ligt er nog een steiger op de plek waar in de PSD-tijd de zijladingssteiger gelegen was. Aan de huidige steiger ligt de veerboot de Onderneming die sinds 2005 een veerdienst onderhoudt tussen Perkpolder en Hansweert (net zoals de PSD tussen 1940 en 1943, tot de veerhaven van Kruiningen werd geopend). Alleen de houten meerpalen zijn origineel.
Vanuit de lucht is het postzegeltje Perkpolder goed te zien. Het is bijzonder dat ook de bestrating uit de PSD-tijd nog aanwezig is. Het asfalt ligt er niet sinds de opening van de haven in 1940, het is vermoedelijk aangelegd in de jaren 60. Net als het voormalige busstation wat er nog ligt, met een gebogen stukje vluchtheuvel en de haaientanden. Op deze plek lag in het prille begin van de haven het tramstation met een inmiddels gesloopt dienstgebouwtje van de Zeeuwsch-Vlaamsche Tramweg-Maatschappij (Z.V.T.M.). Desalniettemin is het bijzonder dat dit postzegeltje Perkpolder nog zo goed bewaard is, vooralsnog.