Op de agenda voor de vergadering commissie Economie van Provinciale Staten stond vandaag de Westerschelde Ferry. Een van de vergaderstukken is het eindrapport van Royal HaskoningDHV over de toekomst van het voetveer. We lezen ‘Advies toekomstbestendigheid en exploitatie Westerschelde Ferry Deel 1 – Korte termijn’, zoals het onderzoeksrapport officieel heet.
Waarom een capaciteit van 299 personen?
Als vervanging van de twee huidige SWATH-schepen is vaak door de Provincie een schip genoemd met een capaciteit van 299 personen. Nooit werd helemaal duidelijk waarom er gekozen werd voor een capaciteit van 299 personen, want is het niet veel slimmer om een groter schip te kopen, gezien het feit dat er een uurdienst gevaren gaat worden? Royal HaskoningDHV schrijft:
299 pax (passagiers, red.) voor een nieuw schip is gekozen vanwege de “zoute veren” regelgeving voor personeel. Er is wel ambitie voor een schip dat nog meer capaciteit kan bieden, maar met >299 pax is volgens huidige regelgeving extra personeel nodig.
De capaciteit van 299 personen is dus niet toevallig gekozen. Het onderzoeksrapport geeft ook een duidelijk oordeel over deze keuze van de Provincie: ‘300 personen is niet veel en een veel groter schip kan mogelijk uitkomst bieden. Dit moet onderzocht worden.’
‘Uurdienst = geen dienst’
‘Een uurdienst is niet aantrekkelijk genoeg om een echte goede vervoerdienst te kunnen bieden’, schrijven de onderzoekers van Royal HaskoningDHV. Varen met een enkele veerboot is te beperkt, waardoor mensen een alternatief zoeken, is de waarschuwing.
Ook zijn de onderzoekers geen voorstander van het verder inperken van de dienstverlening:
Let op met het huidige reisproduct/bediening afbreken: daarmee verlies je (deel van) de huidige markt en versterk je “negatieve spiraal”: het is zeer lastig om verloren markt terug te winnen.
Opmerkelijke uitspraken over autoveer
Onder het tussenkopje ‘autoveer’ lezen we een paar opmerkelijke zaken in het rapport van Royal HaskoningDHV. ‘Meer tijd nodig voor laden/lossen waardoor er sneller gevaren moet worden’, stellen de onderzoekers over een eventuele autoveerdienst. Een gekke bewering, want de PSD-boten konden binnen 10 minuten honderden voertuigen laden en lossen. Hetzelfde lukt TESO nog altijd op de veerdienst Den Helder – Texel.
Daarnaast stellen de onderzoekers: ‘Er lijkt echter geen grote markt te zijn voor direct autoverkeer tussen Vlissingen en Breskens.’ De onderzoekers van Royal HaskoningDHV gaan hier uit van aannames, want er is nooit gedegen onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om een autoveer te herintroduceren. Pogingen om dit goed te onderzoeken zijn steevast geblokkeerd door de Provincie.
‘Een autoveer zou ten koste gaan van het gebruik van de WST (Westerscheldetunnel, red.) en tevens is het in Vlissingen fysiek al niet meer mogelijk om auto’s over te zetten’, valt te lezen in het onderzoeksrapport. Onduidelijk is wat de onderzoekers hiermee bedoelen. Gaat het om ontbrekende toegangswegen? Om de fuik? Zowel in Breskens als in Vlissingen liggen de oude fuiken nog, als is de fuik van Breskens wat ingeperkt door dijkverhoging.
Verwarring alom
Gisteren kwam Omroep Zeeland met de resultaten van eigen onderzoek naar het uitvalspercentage voor de nieuwe veerboot. Een nieuw schip (voor 299 personen) zou bij windkracht 7 niet meer kunnen uitvaren, wat uitkomt op een uitval van 614 afvaarten per jaar.
In de vergadering van vanmiddag was er een hoop verwarring. Gedeputeerde Harry van der Maas werd vervangen door collega Jo-Annes de Bat die het woord mocht voeren. De strekking van zijn verhaal was dat de zaken ‘nader beoordeeld’ moesten worden. Meerdere Statenleden vonden de informatie van De Bat wazig of onduidelijkheid.
In het najaar moet er meer duidelijkheid komen over de toekomst van de Fast Ferry. Dan moeten ook de eisen verder worden vastgesteld waar een nieuw schip aan moet voldoen.