Naar aanleiding van het nieuws over de recorddrukte bij de Westerscheldetunnel vroegen mensen zich af of het met de veerdiensten gelukt was om zo’n enorme hoeveelheid voertuigen te vervoeren. PSDnet.nl gaat op onderzoek uit in dit gedachte-experiment. Wat als de PSD 29.218 moest overzetten binnen 24 uur?
Wat was het PSD-record?
De vervoerscijfers van de PSD zijn per veerdienst per jaar bekend, maar data op dagniveau ontbreekt. De Zeeuwse krantenarchieven bieden uitkomst. De drukste dag die we tegenkomen is 15 augustus 1989 met 17.152 vervoerde eenheden. Bij de tunnel tellen ze voertuigen, maar bij de PSD ging het om eenheden. Een personenauto was 1 eenheid en een vrachtwagencombinatie bijvoorbeeld 4 eenheden.
Op die bewuste augustusdag in 1989 waren drie dubbeldeksveerboten in de vaart en een enkeldekker van de Prinsessenklasse. De wachttijden liepen in Vlissingen op tot 1,5 a 2 uur, in Breskens tot 1 uur. Pas in de laatste 10 jaren had de PSD de beschikking over twee dubbeldekkers op beide veerdiensten.
Van voertuigen naar eenheden
Om een goede vergelijking te maken moeten we de getelde voertuigen van de Westerscheldetunnel uitsplitsen naar eenheden van de PSD. Gelukkig gaat dat goed, want de PSD en de tunnel maken hetzelfde onderscheid in voertuigsoorten. Elk jaar publiceert de tunnel de verdeling tussen de categorieën en die verdeling kunnen we ook toepassen op een individuele dag.
De gemiddelde verdeling uit 2016 is als volgt: categorie 1 (82,95%), categorie 2 (3,95%), categorie 3 (2,2%) en categorie 4 (7,74%). De topdag 9 mei 2018 was een normale werkdag met naast vakantieverkeer veel vrachtverkeer. Wanneer we de verdeling tussen voertuigcategorieën toepassen dan komen we uit op totaal 38.446 PSD-eenheden.
Vervoerscapaciteit van de PSD
In de berekening gaan we uit van twee dubbeldekkers van het type Koningin Beatrix (1993) / Prins Johan Friso (1997) op Vlissingen-Breskens en Kruiningen-Perkpolder. De Prins Johan Friso kan in totaal 220 PSD-eenheden vervoeren. Het bovenste rijdek garandeert plaats voor 106 losse eenheden. Voertuigcategorieën 2 tot en met 4 moeten vanwege de doorrijhoogte plaatsnemen op het hoofdrijdek, goed voor 104 eenheden. Dat kunnen bijvoorbeeld 26 vrachtwagencombinaties zijn. Wanneer alle vier de dubbeldekkers in de vaart zijn, kunnen per uur 1760 PSD-eenheden de Westerschelde passeren.
Hoeveel afvaarten waren er?
Op een normale doordeweekse dag (dienstregeling 2002) waren er 64 afvaarten per veerdienst. Een afvaart is een enkele reis, bijvoorbeeld van Vlissingen naar Breskens. Daarvoor is 5 minuten laden, 20 minuten varen en 5 minuten lossen nodig, 30 minuten totaal. In de dienstregeling van 2002 werden 40 afvaarten met de dienstboot gemaakt en 24 extra afvaarten met de tweede veerboot. In totaal waren er 128 afvaarten per dag, Vlissingen-Breskens en Kruiningen-Perkpolder samen.
Als je met de veerdiensten 24 uur per dag met twee veerboten per veerdienst zou varen dan kom je uit op een theoretische maximum van 192 afvaarten per dag. Nog meer afvaarten zouden alleen mogelijk zijn bij sneller varen of met het gebruik van vijf of zes veerboten, wat lastig is met de aanlegfaciliteiten.
De gecalculeerde PSD-eenheden van 9 mei 2018 delen door de uurcapaciteit van de veerdiensten gaat helaas niet. Om 04.10u staan er niet exact 220 eenheden te wachten op de boot naar Perkpolder, evenmin het geval is voor de afvaart van 00.20u naar Vlissingen. We moeten rekening houden met twee extra factoren: verdeling van vervoersaanbod en restricties van de veerboten omdat er geen vrachtwagens passen op het bovenste autodek.
Verdeling van aanbod
Aangezien er geen exacte verdeling gepubliceerd wordt door de Westerscheldetunnel kijken we naar de verdeling die Google ons kan aangeven op basis van mobiele gegevens. Deze verdeling is ingedeeld in tijdsvakken van drie uur, bijvoorbeeld 6-9u. Het drukste tijdvak is 6-9u (23% van het dagaanbod), gevolgd door 15-18u (21%), 9-12u (20%, 12-15u (17%), 18-21u (11%), 21-00u (4%) en 00-3u 3-6u met beide 2%.
Aangezien de voertuigcategorieën 2 t/m 4 geen gebruik kunnen maken van het bovenste rijdek zijn deze getallen bepalend. Een afvaart met 100 personenwagens lijkt makkelijk te passen, tenzij er ook nog 27 vrachtwagencombi’s staan te wachten. Op de boot passen er 26, maar voor die laatste is theoretisch een extra afvaart nodig, terwijl het qua personenauto’s makkelijk lukt.
Wachttijd in dagen i.p.v. uren?
Terug naar 9 mei 2018, goed voor de passage van 38.446 PSD-eenheden zoals we berekend hebben. In het drukste tijdvak (6-9u) zijn 104 afvaarten nodig met een veerboot van het type Prins Johan Friso. Als er tussen 6-9u met twee veerboten op beide diensten gevaren wordt dan zijn dat 26 benodigde afvaarten per schip. Elke dubbeldeksveerboot is met 26 afvaarten precies 13 uur bezig. En dan is rond 21u alleen nog maar het aanbod van tussen 6-9u verwerkt.
Op de hele dag zijn 452 afvaarten nodig om het verkeersaanbod te verwerken, waarbij rekening gehouden is met de aanbodsverdeling en dat bepaalde categorieën alleen het onderste rijdek kunnen gebruiken. Iedere veerboot moet 113 afvaarten maken waar 56 uur en 30 minuten voor nodig zijn. Zoals we hebben berekend kunnen de vier PSD-veerboten samen maximaal 192 afvaarten maken bij dag en nacht varen met twee veerboten. Het uitvoeren van 452 afvaarten binnen 24 uur is dan ook onmogelijk.
Zonder vrachtverkeer
De 452 benodigde afvaarten zijn vooral nodig omdat er veel vrachtverkeer meegenomen moet worden. Hoe zit het zonder vrachtverkeer, dus alleen personenauto’s en bestelbusjes binnen categorie 1? In dat geval komen we uit op 120 benodigde afvaarten om het aanbod van de recorddag 9 mei 2018 te verwerken. Het aanbod bestaat dan niet meer uit 38.446 PSD-eenheden maar uit ‘slechts’ 25.153 PSD-eenheden, die in het geval van categorie 1 gelijk staan aan 25.153 voertuigen.
Tijdens het drukste dagdeel zijn er 28 afvaarten nodig: 7 per schip, waar er 6 passen in een tijdvak van 3 uur. Alleen tussen 6-9u en 15-18u zullen er daarom minimale wachttijden ontstaan. De wachttijden lossen zich snel op omdat de afvaarten in de opvolgende tijdvakken niet allemaal vol zitten.
De theoretische wachttijden kunnen oplopen als er ’s avonds meer mensen naar Zeeuws-Vlaanderen willen gaan dan naar Walcheren / Zuid-Beveland. Stel dat in een extreem geval tussen 15-18u ongeveer 60% van het verkeer naar Zeeuws-Vlaanderen wil en slechts 40% de andere kant op, dan zijn de wachttijden in Vlissingen en Kruiningen ongeveer 2 uur en aan de overkant kan iedereen direct mee.
Conclusie
De laatste jaren weten steeds meer vrachtwagenchauffeurs de tunnel te vinden, mede door tolheffing in België. Door al dit vrachtverkeer zou de PSD nooit het aanbod van de recorddag van afgelopen woensdag kunnen verwerken. In het geval de Westerscheldetunnel nooit was aangelegd had de stijging in vrachtverkeer waarschijnlijk nooit plaatsgevonden.
Wanneer we vrachtverkeer weglaten uit ons gedachte-experiment komen we uit op een verwerkbare hoeveelheid voertuigen. De wachttijden zullen dan niet noemenswaardig oplopen met de PSD-dienstregeling van 2002. Hierbij gaan we wel uit van een gelijke verdeling van aanbod tussen de ‘overkanten’. Loopt die verdeling scheef dan stijgen de wachttijden.
Sinds 2003 is het aantal passages door de Westerscheldetunnel alsmaar gestegen. De veerdiensten hadden dit amper kunnen verwerken. Hier staat tegenover dat een vaste verbinding meer passages uitlokt en een veerdienst sommige gebruikers afschrikt die bijvoorbeeld toch via Antwerpen naar bestemmingen verder in Nederland rijden. Wellicht was het vervoersaanbod met de veerdiensten nooit zo sterk gestegen als met de tunnel nu. Daarom is het nooit met zekerheid vast te stellen hoe het gelopen was met de veerdiensten in 2018.