Ingenieurs zochten naar een manier om de gevoeligheid voor zijwind te verminderen, zodat de bemanningen makkelijker zouden kunnen aanmeren. Een oplossing werd bedacht: een dooskiel of dokkiel. Dat is een kiel onder de bestaande kiel, waardoor het schip dieper zou komen te steken. In het najaar van 1970 werd de kiel aan de Prinses Christina gelast bij De Schelde in Vlissingen.
Ondertussen was het zusterschip van de Christina al in afbouw, de Prins Willem-Alexander. Dit schip ging op 5 juli 1969 van stapel bij scheepswerf De Merwede in Hardinxveld-Giessendam. Ook de Alexander zou een dooskiel krijgen, die gemonteerd werd bij de RDM-locatie in Schiedam. Een ingewikkelde klus, die in januari 1970 werd uitgevoerd. Nog voordat de Christina de dokkiel kreeg dus.
Het plaatsen van de kiel was ingewikkeld, omdat het op de millimeter nauwkeurig moest gebeuren. De kiel was 94 meter lang en werd door scheepswerf De Merwede in delen aangeleverd aan de RDM. Uiteindelijk werd de dooskiel succesvol gemonteerd en kon de Prins Willem-Alexander op 27 januari zelfstandig naar Vlissingen varen.
De foto is gemaakt in Schiedam bij het NW-dok van de RDM en komt uit de PSD-collectie van Frans Naerebout. De herkomst van de foto is waarschijnlijk het personeelsblad van de RDM. De Prins Willem-Alexander staat nog niet strak in de verf, waardoor het schip de TESO-kleurstelling lijkt te hebben van ‘zusjes’ Marsdiep en Texelstroom: