Na de opheffing van de PSD in 2003 is TESO de enige Nederlandse reder die dubbeldeksveerboten gebruikt. Eind vorige maand kwam de nieuwste veerboot aan in Nederland, de Texelstroom (2). Reden om alle negen dubbeldeksschepen op een rijtje te zetten en de Texelstroom te vergelijken met de PSD-dubbeldekkers.
De PSD en TESO maakten gebruik van ongeveer dezelfde infrastructuur, de schepen waren dan ook gelijk in breedte. In 2005 nam TESO echter een bredere veerboot in de vaart, dit was mogelijk door de fuikwanden te vervangen. De nieuwste TESO-veerboot Texelstroom is nog breder, ditmaal is de ruimte verkregen door het schip een ‘buik’ te geven. Hieronder een kleine vergelijking van de technische gegevens:
Texelstroom | Prins Johan Friso | |
---|---|---|
Bouwjaar: | 2016 | 1997 |
Werf: | La Naval | De Schelde |
Lengte: | 135,40 meter | 113,6 meter |
Breedte: | 27,90 meter | 19,15 meter |
Diepgang: | 4,40 meter | 4,73 meter |
Dienstsnelheid: | 10 knopen | 15,4 knopen |
Maximumsnelheid: | 15,4 knopen | 16,6 knopen |
Passagiers: | 1750 | 1000 |
Voertuigen (eenheden): | 380 | 210 |
Machines: | 2x ABC (2081 kW) + 2x ABC (2131kW) | 4x Stork-Wärtsilä (1655 kW |
Voortstuwing: | 4x thrusters (1800 kW) | 4x thrusters (1500 kW) |
1. Prinses Christina (1968)
Het dubbeldeksverhaal begint in Zeeland, halverwege de jaren 60. Als oplossing voor de enorme drukte op het veer Kruiningen-Perkpolder wordt besloten een nieuw type schip te bouwen: de Prinses Christina.
2. Prins Willem-Alexander (1970)
Twee jaar later krijgt de Christina gezelschap van een zusterschip, de Prins Willem-Alexander. Het schip heeft iets minder zeeg, maar is verder vrijwel gelijk.
3. Molengat (1980)
Ook TESO heeft te kampen met een toegenomen vervoersaanbod. Zonder al teveel overleg besluit men op Texel eind jaren 70 dat er een dubbeldeksveerboot moet komen. Dit schip, Molengat genaamd, komt in 1980 in dienst. Tot 1986 vaart de Molengat echter als enkeldekker: Rijkswaterstaat maakte geen haast om de aanleginrichtingen om te bouwen.
4. Prinses Juliana (1986)
Na het dubbeldekssucces op Kruiningen-Perkpolder was in 1986 de tijd gekomen dat ook Vlissingen-Breskens geschikt gemaakt werd voor dubbeldekkers. De Prinses Juliana had in het begin veel problemen, maar bleek later een betrouwbaar schip.
5. Schulpengat (1990)
De TESO-veerboot Schulpengat komt het dichtst in de buurt van een PSD-dubbeldekker qua afmetingen. Het schip vaart nog steeds tussen Texel – Den Helder en zal later dit jaar of begin volgend jaar vervangen worden door de Texelstroom.
6. Koningin Beatrix (1993)
De Koningin Beatrix kreeg een geheel nieuw ontwerp en een nieuwe methode van voortstuwing. Net als zusterschip Prins Johan Friso werd de Beatrix gebouwd bij De Schelde in Vlissingen.
7. Prins Johan Friso (1997)
De laatste nieuwbouw van de PSD was de dubbeldeksveerboot Prins Johan Friso. Slechts een paar jaar heeft het schip in Zeeland gevaren, inmiddels vaart de voormalige Friso alweer de nodige jaren in Italië, voornamelijk naar Elba.
8. Dokter Wagemaker (2005)
Ook een Schelde-product, deze Dokter Wagemaker. Al werd het casco gebouwd in Roemenië. Duidelijk te zien is dat de veerboot breder is dan de voorgaande dubbeldekkers. Wel is de klassieke vorm niet losgelaten.
9. Texelstroom (2016)
De Texelstroom is eigenlijk een vreemde eend in de bijt, het schip lijkt minder p de andere dubbeldeksschepen doordat het bovenste autodek veel breder is dan de romp. De nieuwste TESO-aanwinst vaart op CNG en het topdek bestaat volledig uit zonnepanelen.