© De Telegraaf
Op de ponton zal een brug rusten, een flinke brug wel te verstaan. Deze brug (45—5,50 meter) is in Dordrecht gefabriceerd bij de bekende bruggenbouwers Penn & Bauduin. Volgens De Telegraaf was deze brug ‘de grootste die tot nu toe in Nederland vervaardigd werd’, een bewering die waarschijnlijk niet klopt als je kijkt naar de talloze grote brugoverspanningen die alleen Penn & Bauduin al geproduceerd had tot die tijd.
De nieuwe brug werd op 25 augustus 1933 ingevaren waarmee de veerhaven van Hoedekenskerke voltooid werd. Bovenstaande foto toont een krantenknipsel van de haven met de dieselmechanische veerboot Koningin Emma, door De Schelde opgeleverd op 1 september 1933. De veerdienst Terneuzen-Hoedekenskerke was nu aanzienlijk gemoderniseerd.
Vlissingen
Ook in Vlissingen werd een nieuwe brug geïnstalleerd in 1933. In 1928 werd de aanleginrichting voor kopladingsveerboten gebouwd, vijf jaar later was de tijd gekomen om de naastgelegen ponton op te knappen. De ponton werd gebruikt door veerboten van de dienst Vlissingen – Terneuzen, of wanneer een stoomboot de dienst naar Breskens overnam van een grote ferryboot.
Het stationsgebied van Vlissingen was in de jaren 30 een drukke en levendige omgeving, zoals we eerder beschreven. De luchtfoto toont de nieuwe brug naar de ponton helemaal rechtsboven op de foto, naast de fuik voor kopladers.
Een hoop veerboten zijn te zien op de foto, linksonder in de Binnenhaven bijvoorbeeld de koplader Prinses Juliana (1931). Overigens werd de ponton niet alleen gebruikt door stoomboten of zijladers, de foto rechts laat de kopladers Koningin Wilhelmina (1927) en Prins Hendrik (1932) zien, de veerboten liggen aan weerszijden van de ponton. De fotograaf staat op de kade naast de kopladingsfuik.