Na de oorlog was de aanlegsteiger voor kopladers vernield, net als de meeste kopladingsveerboten overigens. Aangezien zijladers overal wel in te zetten waren, werd bij het herstel van de vloot voorrang gegeven aan de reparatie van deze schepen.

Nadat de Oosterschelde op 25 oktober 1946 weer in de vaart kwam, werd het schip ingezet op de dienst Vlissingen-Breskens, evenals zusterschip Prins Willem I. Achter de veerboot zijn de opslagtanks aan de overkant van de Buitenhaven te zien. De veerboot heeft nog geen radar met bijbehorende mast, deze werd eind december 1948 geïnstalleerd. De Oosterschelde was het eerste PSD-schip met een radarinstallatie.