© Nationaal Archief (CC-BY-SA)
Te zien is hoe evacuees uit het rampgebied aankomen in Dordrecht op 6 februari 1953. De foto’s tonen het achterdek van de veerboot Oosterschelde, normaal in gebruik door auto’s. De mensen zijn ontheemd door de overstromingen, waarbij in totaal 1836 mensen om het leven kwamen. Evacuees verlaten de Oosterschelde met hun familieleden en zakken met de laatste bezittingen die zij nog konden redden. Onduidelijk is wat de vluchtelingen hebben moeten achterlaten in het verdronken land.
De eerste evacuaties
Al snel na de Rampnacht komt de evacuatie in Zeeland op gang, met onder andere helikopters worden mensen gered en naar drooggelegen gebied gebracht. In Zierikzee verzamelen zich veel mensen die snel naar veilig gebied moeten worden gebracht, vanwege hun medische conditie maar ook met het oog op de dreiging van epidemieën.
Voor de eerste evacuaties wordt gevaren tussen Zierikzee en Dordrecht. De PSD-veerboot Oosterschelde voert deze vaartochten de eerste dagen uit, samen met de schepen Schelde en Lely. Honderden inwoners van Schouwen-Duiveland worden tegelijk geëvacueerd naar Dodrecht.
Dordrecht stroomt langzaam vol en de ziekenhuizen zitten vol. De lokale bevolking neemt vluchtelingen op en ook het Rode Kruis helpt. Al op de eerste dag na de Ramp besluit de voortvarende arts B. van der Heide uit Enkhuizen de ongebruikte spoorboot Van der Wijck te gebruiken als hospitaalschip en in de buurt van het Rampgebied neer te leggen. In zes uur tijd wordt de veerboot op 3 februari omgebouwd tot hospitaalschip en wordt koers gezet richting Zuid-Nederland. De Van der Wijck wordt naar Dordrecht gedirigeerd waar evacuees opgevangen kunnen worden die vermoeid en ziek geëvacueerd zijn uit het getroffen gebied.
Tijdelijke veerdiensten
Nadat de eerste dagen de meeste bewoners zijn geëvacueerd, wordt vanaf 11 februari een tijdelijke veerdienst met vaste vaartijden opgezet tussen Katseveer – Zijpe – Dordrecht en tussen Zierikzee – Sint Annajacobapolder. Op de eerste dienst vaart de Oosterschelde en op de tweede de Zandkreek, samen met andere schepen. Een van die schepen is de zogenaamde Bazelboot Prins Bernhard (niet te verwarren met het gelijknamige PSD-schip).
Om 7 uur ’s ochtends vertrekt de veerboot uit Katseveer, om 9 uur wordt aangelegd in Zijpe en om 12u is de aankomst in Dordrecht. Hier wordt om 13u weer vertrokken richitng Zeeland, waar de aankomst rond 18u in Katseveer is. Aansluitend op de boten werd busvervoer geregeld naar het station van Goes.
De tijdelijke veerdienst werd opgeheven op 20 april 1953. In totaal zijn 9.704 passagiers vervoerd tussen Katseveer en Dordrecht vv. Na de opheffing van de veerdienst wordt de balans opgemaakt: de tijdelijke veerdienst tussen Katseveer en Dordrecht heeft een tekort opgeleverd van 34.000 gulden op de begroting, blijkt uit een krantenartikel gepubliceerd in juni 1953.