Tekst en foto’s: Anders Hoendervanger
In de havenomgeving kan het contrast met de stad Piombino bijna niet groter zijn. De zeehaven laat zich goed vergelijken met Vlissingen-Oost in betere tijden; veel zware (metaal)industrie. Van oudsher is deze industrie in Piombino gevestigd vanwege de ijzererts in de grond. De naam van de Italiaanse stad is dan ook afgeleid van het Latijnse woord voor ‘lood’.
Op het drukke veerplein wachten automolisten op de volgende veerboot naar Elba. Rederijen Moby en Toremar varen al jaren naar Elba. In 2010 mengde Blu Navy zich in de concurrentiestrijd. De in 1997 in Vlissingen gebouwde Acciarello van Blu Navy is veruit het modernste schip op de dienst naar Elba. De andere schepen stammen allemaal uit de jaren 60.
De voormalige veerboot van de dienst Vlissingen-Breskens ziet er goed uit, op wat roest aan de klepconstructie na. En een kleine beschadiging aan de boeg, overgehouden aan een aanvaring met de kade in mei. Naast de veerboot stellen de ‘mannen van de boot’ de auto’s op die met de volgende overtocht mee kunnen. Het laden en lossen gaat een stuk trager dan in Nederland, omdat alleen via het onderdek geladen kan worden. Op het schip moet een deel van de auto’s via de stijle interne verbinding naar het bovendek rijden. ‘Afvaart normaal’ geldt hier dan ook niet, de Acciarello moet op bijna topsnelheid varen om de opgelopen vertraging in te halen.
Tot 12 oktober vaart de Acciarello nog tussen Piombino en Portoferraio. Daarna zal het schip terugkeren naar Messina, waar zusterschip Tremestieri (Koningin Beatrix) vaart.
Bekijk hier deel 1 met een video.