De Prins Bernhard moest voor gepland onderhoud uit dienst worden genomen. De Koningin Juliana zou alleen de dienst varen, maar de veerdienst raakte geheel gestremd op donderdag 24 januari 1952 nadat ze een mankement aan de schroef had opgelopen. De veerdienst werd nog dezelfde dag hervat met een wel heel uitzonderlijk schip: de sleepboot Van Woelderen van de Steenkolen Handelsvereniging uit Vlissingen.
© F. Ophals, uit het boek B.V. Bergings- en Transportbedrijf Van Den Akker, B.V. Nieuwe Vlissingse Sleepdienst; Portret van twee Vlissingse rederijen door J.A. Heijliger.
De veerdienst van Vlissingen is vanmorgen gestaakt, door een mankement van de veerboot. Een reserveschip onderhoudt nu de dienst, maar alleen voor passagiers en fietsen.
meldde de ANP radionieuwsdienst om één uur die middag. Auto’s konden uiteraard niet worden vervoerd op de sleepboot. Vlissingen kreeg zo -weliswaar voor even- te maken met Terschellinger praktijken, waar de sleepboot Holland van Doeksen ook vaak als veerboot fungeerde.
De PSD boog zich over de ontstane situatie en dirigeerde de koplader Prins Hendrik van Kruiningen – Perkpolder naar Vlissingen. Varen met de Van Woelderen was alleen een uiterste noodmaatregel, daarom werd de zijlader Prins Willem I ingezet tussen Vlissingen en Breskens.
Of deze situatie niet uitzonderlijk genoeg was voer de Prins Willem I op vrijdagavond 8 februari met volle kracht op het aanlegponton in de haven van Breskens. Er waren geen slachtoffers gevallen, wel had de veerboot een gat aan de voorsteven van 1 meter lang en 20 centimeter breed, welke zich een halve meter boven de waterlijn bevond. De veerdienst werd toen enkel nog uitgevoerd door de Prins Hendrik. Het herstel van de schade aan de Willem I zou 3 tot 4 dagen gaan duren.
Een dag later, op zaterdag 9 februari kon de veerdienst weer volgens de normale winterdienstregeling worden gevaren omdat de Prins Bernhard ’s middags weer in de vaart was gekomen.